Kerkstraat 106 9050 Gentbrugge
info@refibo.be
+32 9 223 31 54
ma-vr: 9:00-13:00, 13:30-17:00
Een uitkering toekennen aan uw aandeelhouder? De liquiditeitstest toegepast in de praktijk

Een uitkering toekennen aan uw aandeelhouder? De liquiditeitstest toegepast in de praktijk

  • On 28/05/2020

Vaak worden aandelen aangehouden om er uiteindelijk rendement uit te halen. Echter, door de invoering van de liquiditeitstest in het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is het toekennen van een uitkering aan de aandeelhouders heel wat omslachtiger geworden voor de BV en de CV. Hoe verloopt deze omslachtige test in de praktijk en welke invloed heeft dit op uw dividenduitkering?

Vroegere situatie. Op basis van het oude Wetboek van Vennootschappen konden vennootschappen overgaan tot het uitkeren van dividenden e.a. nadat ze geslaagd waren voor de netto-actieftest. Deze test veronderstelde dat het netto-actief van de vennootschap niet mocht dalen beneden het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap. Indien dit wel het geval was, was een dividenduitkering niet mogelijk.  

Huidige situatie. Het nieuw Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is nu reeds enkele maanden in voege. Dit nieuwe wetboek voerde een dubbele test, namelijk een balanstest en een liquiditeitstest, in bij alle (winst)uitkeringen binnen een besloten vennootschap (BV) en een coöperatieve vennootschap (CV). De liquiditeitstest kan in de praktijk voor de meeste problemen zorgen en verdient dan ook bijkomende aandacht.

Liquiditeitstest. De liquiditeitstest veronderstelt dat de onderneming in staat moet zijn om haar schulden op korte termijn, namelijk schulden die opeisbaar worden binnen de 12 maanden, te betalen na de uitkering.

Praktisch. Aantonen dat een onderneming haar schulden, opeisbaar binnen de 12 maanden, zal kunnen voldoen is geen evidentie en is eerder nattevingerwerk. Het bestuursorgaan kan deze test het best uitvoeren door te werken met een liquiditeitsratio.

Vlottend actief/ schulden op korte termijn

Als het resultaat van de test groter is dan 1, wordt veronderstelt dat de onderneming haar schulden binnen een termijn van 12 maanden zal kunnen afbetalen en kan er een uitkering plaatsvinden.

Uiteraard zijn er ook nog andere berekeningen/mogelijkheden om aan te tonen dat de onderneming voldoet aan de liquiditeitstest.

Correcties. Op de bovenstaande test dienen nog een aantal correcties te worden toegepast, zodoende ervoor te zorgen dat het bereikte resultaat beter overeenstemt met de realiteit van de vennootschap.

  • Vlottend actief.
    • Niet alle onderdelen van het vlottend actief zijn even eenvoudig om deze om te zetten naar beschikbare liquiditeiten. Vorderingen op meer dan één jaar zijn hiervan een duidelijk voorbeeld. Deze worden dan ook best buiten beschouwing gelaten in deze formule. Ditzelfde geldt voor voorraden, gezien de verkoop hiervan als geheel vaak onmogelijk is en de continuïteit van de onderneming in het gedrang kan brengen.
  • Schulden op korte termijn.
    • Bij het berekenen van de schulden op korte termijn mag er geen rekening gehouden worden met de overlopende rekeningen.

Voorbeeld. Een onderneming wenst 150.000 euro dividend uit te keren aan haar aandeelhouders. De onderneming slaagt voor de balanstest, maar slaagt ze ook voor de liquiditeitstest?

De onderneming heeft 400.000 euro aan vlottende activa (bestaande uit 80.000 euro aan vorderingen op KT en 320.000 euro liquide middelen). Op de passiefzijde staan dan weer 135.000 euro aan schulden op korte termijn. Voor de uitkering had de onderneming een positieve liquidatieratio van 2.96 (= 400.000 euro/135.000 euro). Na de uitkering is de liquidatieratio nog steeds positief, namelijk 1,85 ((400.000 – 150.000)/135.000 euro). De dividenduitkering kan dus plaatsvinden.

Verslag bestuursorgaan. Het bestuursorgaan zal in principe moeten aantonen dat de vennootschap na de uitkering nog in staat zal zijn om haar schulden, die binnen de 12 maanden opeisbaar zijn, terug te betalen. Het bestuursorgaan dient dan ook in een verslag aan te tonen dat ze de liquiditeitstest heeft uitgevoerd en de onderneming hier zonder problemen voor geslaagd is. Het niet of het onvolledig documenteren (evenals het niet uitvoeren van deze test) van deze test kan aanleiding geven tot bestuurdersaansprakelijkheid. 

Niet geslaagd. Een onderneming die niet slaagt voor de liquiditeitstest kan niet overgaan tot het uitkeren van dividenden e.a. Indien er toch dividend wordt uitgekeerd ondanks het niet slagen voor de test, kan dit naderhand worden teruggevorderd bij de aandeelhouders. Ook al was deze niet op de hoogte van de negatieve uitkomst van de test Uiteraard is het ook mogelijk om een aantal optimalisaties door te voeren, waardoor de onderneming vooralsnog slaagt voor deze test. Uiteraard is het hierbij niet de bedoeling om de kantjes van het recht af te lopen bij deze optimalisaties.

Meer info. REFIBO BV beantwoordt graag al uw vragen omtrent het toepassen van de liquiditeitstest. Contacteer ons gerust telefonisch op het nummer +32 9 223 31 54 of via e-mail op het mailadres studiedienst@refibo.be.