Kerkstraat 106 9050 Gentbrugge
info@refibo.be
+32 9 223 31 54
ma-vr: 9:00-13:00, 13:30-17:00

Mijn werknemer wenst Vlaams opleidingsverlof op te nemen

Mijn werknemer wenst Vlaams opleidingsverlof op te nemen

Mijn werknemer wenst Vlaams opleidingsverlof op te nemen

  • On 14/08/2019

Niet enkel u als ondernemer dient zich continu bij te scholen. Ook uw werknemers dienen levenslang bij te leren. Het combineren van actief zijn op de arbeidsmarkt en studeren is niet steeds eenvoudig. Uw werknemer wenst zich daarom vaak te beroepen op betaald studieverlof, maar moet u dit als werkgever ook toestaan?

Vlaams opleidingsverlof. Het Vlaams opleidingsverlof (hierna: VOV) is de opvolger van het vroegere betaald educatief verlof (hierna: BEV). Het regime van het VOV is toepasselijk op elke werknemer die een opleiding start vanaf 1 september 2019. Een opleiding die eerder werd gestart en waarvoor in het verleden reeds BEV werd aangevraagd, blijft onder het regime van BEV vallen tot ten laatste 31 december 2021.

Concreet kan een werknemer die een opleiding volgt of wenst te volgen vrijaf nemen zodoende de opleiding te kunnen bijwonen. Het loon van de werknemer loopt gedurende deze periode (gedeeltelijk) door. Maar heeft een werknemer steeds recht op dit VOV of kan u dat als werkgever ook weigeren?

Voorwaarden VOV. Een werknemer kan VOV aanvragen als hij aan een aantal voorwaarden voldoet, met name:

  • De opleiding is geregistreerd in een online databank van aanvaarde opleidingen.[1] Vroeger bestond er geen databank van opleidingen, maar keek men naar het al dan niet geregistreerd zijn van de aanbieder van de opleiding.
  • De opleiding moet minstens 32 contacturen omvatten of 3 studiepunten waard zijn in het volwassenenonderwijs.
  • Effectief bijwonen van de lessen. De werknemer die VOV aanvraagt, moet ook effectief de opleidingslessen nauwgezet bijwonen. De persoon in kwestie moet minstens 90% van de tijd aanwezig zijn of gewettigd afwezig zijn. Als aan deze voorwaarde niet is voldaan, kan het VOV worden gereduceerd met 1/4de (en blijf er dus nog 3/4de VOV over).

Opgelet. Het is irrelevant of de opleiding verband houdt met de beroepswerkzaamheden van uw werknemer. Het enige wat van belang is, is dat de opleiding minstens één van de volgende competenties oplevert:

  • Basiscompetenties
  • Beroepsspecifieke competenties
  • Algemene markcompetenties

Voorbeeld. U bent als werkgever actief in de bouwsector. Uw werknemer start een opleiding filosofie aan de Universiteit Gent. Deze opleiding houdt in geen enkel geval verband met de beroepsactiviteit van uw werkgever, maar zal toch algemene en specifieke beroepscompetenties opleveren. Als uw werknemer hiervoor opleidingsverlof aanvraagt, moet u dit als werkgever toestaan.

Weigeren. Als werkgever moet u niet steeds het VOV van uw werknemer toestaan. U kan het VOV geheel of gedeeltelijk weigeren in twee gevallen.

De eerste weigeringsgrond heeft betrekking op het attest van inschrijving. De werknemer die een opleiding volgt en hiervoor VOV wenst op te nemen, dient bij de opleidingsinstantie een attest van inschrijving aan te vragen en aan de werkgever te bezorgen. De termijn waarbinnen dit attest aan de werkgever moet worden bezorgd, is wettelijk gereglementeerd. Het attest moet binnen de 15 dagen na inschrijving aan de werkgever te worden overhandigd en uiterlijk op 31 oktober. Als de werknemer pas in dienst treedt in uw onderneming na de start van de opleiding, dient deze het attest van inschrijving te bezorgen binnen de 15 dagen na indiensttreding. Een laattijdige vertrekking van dit attest, geeft aanleiding tot gehele of gedeeltelijke weigering van het VOV.

De tweede weigeringsgrond zijn bedrijfsorganisatorische redenen. Een werkgever kan het VOV van een werknemer weigeren als dit niet mogelijk is binnen de planning van de onderneming. De federale overheid heeft een aantal criteria opgesteld omtrent de weigering van het VOV ingevolge een onderbezetting.[2]

Toestaan. Als werkgever moet u het VOV van uw werknemer toestaan als die aan de bovenstaande voorwaarden voldoet en de nodige attesten heeft bezorgd. Samen met de werknemer berekent u het aantal uren VOV waarop de werknemer recht heeft (max. 125 uur) en stelt u een planning op omtrent het opnemen van het VOV.

Studeren. Natuurlijk moet uw werknemer niet alleen lessen bijwonen, maar dient deze ook te studeren voor de eventuele testen of examens. De uren VOV waarover de werknemer beschikt, kunnen niet enkel worden opgenomen om lessen bij te wonen, maar kunnen ook worden gebruikt om testen of examens voor te bereiden en af te leggen. Belangrijk is wel dat het studeren gekoppeld is aan het volgen van lessen. VOV kan dus niet aangevraagd worden om een masterscriptie (thesis) te schrijven of te verdedigen gezien dit niet voortvloeit uit het volgen van lessen.

Kostprijs. Een werknemer die VOV opneemt,heeft recht op betaling van zijn normale loon, mits begrenzing tot € 2.928 bruto per maand. De werknemer die een hoger loon heeft (> € 2.928), zal dit extra bedrag verliezen aangezien de werkgever niet verplicht is dit te betalen.

De werkgever die VOV toestaat aan zijn werknemer, heeft recht op een terugbetaling door de Vlaamse overheid. Deze terugbetaling is beperkt tot een bedrag van 21,30 euro per uur opgenomen Vlaams opleidingsverlof waarbij aan de voorwaarden is voldaan. De werkgever die een terugbetaling wenst dient zijn aanvraag in te dienen binnen de 3 maanden na de start van de opleiding van de werknemer. De aanvraag tot terugbetaling verloopt digitaal bij het WSE-loket.

Daarnaast kan u als werkgever het betaalde loon van uw werknemer terugeisen, indien blijkt dat deze onterecht VOV heeft aangevraagd en opgenomen.

Meer info. Refibo bvba beantwoordt graag al uw vragen omtrent het BEV en het VOV. 
Contacteer ons gerust telefonisch op het nummer +32 (0) 9 223 31 54 of per mail op het volgende e-mailadres studiedienst@refibo.be.


[1] https://www.vlaanderen.be/opleidingsdatabank

[2] https://www.vlaanderen.be/als-werknemer-vlaams-opleidingsverlof-opnemen/vlaams-opleidingsverlof-vov-aanvragen-en-inplannen. Hier kan u consulteren wanneer de werkgever het VOV van een werknemer kan weigeren ingevolge organisatorische redenen.