Het belang van een financieel plan bij de oprichting van een Belgische vennootschap
- On 01/10/2024
Bij de oprichting van een Belgische vennootschap vervult het financieel plan een sleutelrol. Dit plan is niet alleen een wettelijke vereiste, het speelt ook een onmiskenbare rol in het beperken van de aansprakelijkheid, het aantonen van de financiële gezondheid en het is een belangrijke bouwsteen voor het strategisch plannen van de bedrijfsvoering. Hieronder bespreken we de belangrijkste redenen waarom dit document essentieel is, en vertrouwen wij u een aantal praktische tips toe!
Staat u aan de start van uw ondernemerschap? Dan denkt u best na over de aanpak van de oprichting en het aanvatten van uw bedrijfsactiviteiten. De wettelijke verplichting van het financieel plan geldt enkel voor de oprichting van de BV, NV en CV maar is een formalisering van een reflex waarover iedere startende ondernemer zou moeten beschikken om de haalbaarheid van zijn of haar project in te schatten. Door het financieel plan verplicht te maken dwingt de wetgever de startende ondernemer om na te denken over het bedrijfsmodel, de financieringsbronnen en de haalbaarheid van de activiteiten. Dit helpt om de potentiële risico’s te identificeren en van doordachte strategische keuzes te maken.
Ondernemingsplan vs financieel plan
Een financieel plan is niet hetzelfde als een ondernemingsplan. In België zijn zowel een ondernemingsplan als een financieel plan essentieel voor het opstarten van een bedrijf, maar ze vervullen verschillende functies en hebben een verschillende inhoud. Een ondernemingsplan is een uitgebreid document dat de visie, missie, en strategie van een bedrijf beschrijft. Het omvat verschillende onderdelen, zoals:
- Marktanalyse: Onderzoek naar de doelgroep, concurrentie, en markttrends.
- Bedrijfsstrategie: Hoe het bedrijf zich positioneert in de markt en welke strategieën het zal gebruiken om zijn doelen te bereiken.
- Marketingplan: Plannen voor promotie, verkoopstrategieën en klantrelaties.
- Organisatiestructuur: Informatie over het managementteam en de operationele structuur.
- Product- of dienstomschrijving: Details over wat het bedrijf aanbiedt en prijssetting.
Het ondernemingsplan dient als een roadmap voor de ondernemer en is vaak vereist bij het aanvragen van financiering of investeringen.
Een financieel plan is een specifiek onderdeel van het ondernemingsplan en richt zich op de financiële aspecten van de onderneming. Het bevat:
- Omschrijving van de activiteiten: in de praktijk wordt hier het volledige voorwerp van onderneming in opgenomen.
- Opstartkosten en investeringen: Een gedetailleerd overzicht van de initiële kosten die nodig zijn om het bedrijf op te starten.
- Financieringsbronnen: Overzicht van hoe de onderneming gefinancierd zal worden, inclusief eigen vermogen en leningen.
- Geprojecteerde balansen en resultatenrekeningen: Financiële prognoses voor de eerste jaren, inclusief verwachte inkomsten en uitgaven.
- Cashflow-analyse: Een beoordeling van de verwachte cashflow, wat cruciaal is voor de operationele levensvatbaarheid van de onderneming.
In België is het financieel plan verplicht voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (zoals een BV) en moet het worden ingediend bij de notaris. Het helpt niet alleen bij het aantonen van de financiële haalbaarheid van het ondernemingsplan, maar biedt ook bescherming tegen persoonlijke aansprakelijkheid indien het bedrijf binnen de eerste drie jaar failliet gaat.
Opgelet met de oprichtersaansprakelijkheid
Het financieel plan is wettelijk verankerd in ons vennootschapsrecht en kent een dubbele doelstelling. Enerzijds wilt de wetgever de ondernemer aan het denken zetten over zijn ondernemingsplannen, anderzijds vormt het de basis voor de rechter om u als oprichter al dan niet aansprakelijk te stellen indien uw onderneming binnen de drie jaar na oprichting failliet gaat.
De rechter zal in dit geval kijken of er voldoende middelen werden voorzien om de eerste jaren door te komen. Het is namelijk de verantwoordelijkheid van de oprichters, de personen die geld inbrengen bij oprichting in ruil voor aandelen, om voldoende middelen ter beschikking te stellen om een normale bedrijfsvoering in de eerste twee jaar te faciliteren. Indien er geoordeeld wordt dat er niet voldoende middelen werden voorzien, dient u als oprichter met uw persoonlijk vermogen in te staan voor de schulden van de failliet verklaarde onderneming. Als ‘loutere inschrijver’ kunt u evenwel aan de oprichtersaansprakelijkheid ontsnappen.
Naast de oprichtersaansprakelijkheid is het ook mogelijk dat bij insolventie zowel de oprichters als de gewone inschrijvers buitencontractueel aansprakelijk worden gesteld op basis van artikel 1382 (oud) B.W/ artikel 6.5 Nieuw B.W. (in werking vanaf 01/01/2025).
Inhoud van het financieel plan
De inhoud van een financieel plan is wettelijk vastgelegd en moet aan bepaalde minimumvereisten voldoen. Wat moet er precies in opgenomen worden:
- Een nauwkeurige omschrijving van de voorgenomen activiteiten: Hierin moeten de oprichters gedetailleerd beschrijven welke activiteiten de vennootschap zal uitvoeren. De NACEBEL-codes zijn hierbij een handige tool. In de praktijk wordt op vraag van de notaris meestal het volledige voorwerp van de onderneming zoals vermeld in de statuten, overgenomen in het financieel plan.
- Een overzicht van financieringsbronnen en zekerheden: Dit deel moet aangeven hoe de onderneming haar voorgenomen activiteiten zal financieren. Hier wordt aangegeven hoeveel eigen middelen worden ingebracht door de oprichters en of er eventueel ook beroep wordt gedaan op vreemd vermogen (bijvoorbeeld een lening bij een kredietinstelling). Ook een achtergestelde lening kan deel vormen van het vermogen van de onderneming. Ook moeten alle verzekeringen die zijn afgesloten worden vermeld.
- Een openingsbalans en geprojecteerde balansen over 12 en 24 maanden: De openingsbalans bevat de financieringsbronnen en andere startactiva, zoals een onroerend goed waarin de activiteiten plaatsvinden. Daarnaast moeten de oprichters een geprojecteerd overzicht van activa en passiva voor zowel 12 als 24 maanden opstellen. In de praktijk wordt het financieel plan echter ook opgemaakt voor 36 maanden.
- Een geprojecteerde resultatenrekening over 12 en 24 maanden: Net zoals bij de balansen, moeten de oprichters een toekomstige projectie van kosten en opbrengsten maken en een resultatenrekening opstellen voor 12 en 24 maanden.
- Beschrijving en aannames over verwachte omzet en rendabiliteit: Het financieel plan moet een sectie bevatten over de verwachte omzet en rendabiliteit. De oprichters moeten nadenken over de groeikansen van hun onderneming op deze gebieden.
- De naam van de externe deskundige: Als de oprichters hulp hebben gekregen van een externe deskundige zoals een boekhouder of accountant, moet diens naam in het financieel plan worden vermeld. Het is echter niet verplicht een externe deskundige in te schakelen; de oprichters kunnen het financieel plan ook zelf opstellen.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Niet alleen de oprichters lopen risico aangesproken te worden op de schulden van een failliete onderneming. Ook voor bestuurders kan het heet onder de voeten worden, in de context van het faillissement. De aansprakelijkheid wordt beoordeeld op het moment van het faillissement. Bestuurders zijn echter niet automatisch aansprakelijk bij een faillissement, er moet sprake zijn van onbehoorlijk bestuur op basis van één van de wettelijke gronden. Al meer dan eens werd een bestuurder aansprakelijk gesteld wegens het voortzetten van een ‘reddeloos verloren’ onderneming (=wrongfull trading) , de laattijdige aangifte van het faillissement, niet-doorstorting van bepaalde fiscale of sociale schulden en andere vormen van kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Sinds 2019 is er een limiet aan de aansprakelijkheid van bestuurders, de zogenaamde ‘CAP’. Afhankelijk van de omvang van de vennootschap bedraagt het maximale bedrag waarvoor de bestuurder aansprakelijk kan worden gesteld:
- € 125.000 voor de kleinste vennootschappen;
- € 2.000.000 voor de grootste vennootschappen.
Echter, ook op deze regel zijn er uitzonderingen, en daar wringt het schoentje nu net in de context van aansprakelijkheid in het kader van faillissementen. Er is geen ’cap’ indien volgende fouten door de bestuurder werden begaan:
- Bij een lichte fout die vaker voorkomt dan toevallig.
- Bij een zware fout, bedrieglijk opzet of oogmerk om schade te berokkenen door de bestuurder.
- Bij een kennelijke zware fout of ‘wrongful trading’.
- Tegenover de fiscus (bedrijfsvoorheffing en btw) en voor achterstallige sociale zekerheidsbijdragen in geval van faillissement.
- Voor garantieverplichtingen van de bestuurder (wanneer de bestuurder zich wettelijk verbindt voor iemand anders).
Kortom, enkel toevallige, lichte fouten vallen onder het toepassingsgebied van deze nieuwe grenzen. Als bestuurder wordt aangeraden een verzekering bestuursaansprakelijkheid af te sluiten om zich te beschermen tegen eventuele schadeclaims. Dergelijke polissen bieden ook een belangrijk rechtsbijstand luik, die de verdediging verzorgt indien er een claim wordt gericht op de bestuurder.
Conclusie
Kortom, een financieel plan is niet alleen een wettelijke vereiste voor de oprichting van een Belgische personenvennootschap, maar ook een essentieel instrument voor het waarborgen van de financiële gezondheid en levensvatbaarheid van de onderneming. Het helpt oprichters om risico’s te beheren en biedt een solide basis voor toekomstige groei en ontwikkeling.
Heeft u vragen of hulp nodig bij het opstellen van uw financieel plan of ondernemingsplan? Refibo bv beantwoordt graag al uw vragen over dit onderwerp. Contacteer ons gerust telefonisch op het nummer +32 9 223 31 54 of per mail op het mailadres studiedienst@refibo.be.
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor ondernemers, ontvang onze maandelijkse REFIBO nieuwsbrief nu in uw mailbox!