De kaaimantaks: regeling om fiscale fraude te stoppen en het ‘speelveld’ naar voren te brengen
- On 01/10/2015
Belgische belastingplichtigen, wees behoedzaam voor uw inkomsten uit buitenlandse constructies. Ondanks dat uw constructie niet op de nieuwe niet-EER-lijst staat, is het toch mogelijk dat de fiscus in staat wordt gesteld inkomsten hieruit afkomstig rechtstreeks in België te belasten.
De regeling. Sinds het aanslagjaar 2014 moest er reeds melding worden gemaakt in de personenbelasting van een “juridische constructie”. De Programmawet voert met ingang van het aanslagjaar 2016 ook de verplichte melding in op het aangifteformulier in de rechtspersonenbelasting indien men oprichter of derde begunstigde is. Niet enkel de aangifteplicht is vernieuwd, de taxatie verloopt vanaf 1 januari 2015 ook transparant.
Transparante taxatie. Er bestaat een wereldwijde tendens naar verhoogde fiscale transparantie. Via de pers werd de laatste jaren de aandacht gevestigd op fiscale schandalen vanuit juridische constructies, onder meer via Offshore Leaks, LuxLeaks, Swiss Leaks, KB Lux,… Als reactie op de bevindingen van deze onderzoeken werd er in België op 10 augustus 2015 een wettelijke [1] regeling vastgesteld. Inkomsten verzameld vanaf 1 januari 2015 worden onderworpen aan een specifiek belastingregime indien deze ontvangen of toegekend zijn via een juridische constructie. De ratio legis van de kaaimantaks is met name tweezijdig, enerzijds wil men fraude een halt toe roepen, anderzijds wil men gegevens vergaren om het ‘speelveld’ naar voren te brengen.
Geviseerde juridische constructies. De regelgeving geldt voor twee soorten constructies: constructies zonder rechtspersoonlijkheid (type 1) en constructies met rechtspersoonlijkheid (type 2).
Constructies van het 1ste type omvatten trusts en fiduciaire verhoudingen. Dit type wordt niet officieel vastgesteld in een lijst. De belastingplichtige zelf moet uitmaken of zijn constructie onder dit type te klasseren valt.
Constructies van het 2de type zijn juridische entiteiten zoals vennootschappen, verengingen, stichtingen, etc. die in het buitenland niet aan inkomstenbelasting onderworpen zijn of een aanzienlijk voordeliger belastingregime genieten (< 15 % berekend op basis van de Belgische regelgeving). De entiteiten van het 2de type worden opgesplitst aan de hand van 2 lijsten. Vooreerst is er een limitatieve lijst met 3 juridische constructies die allen in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gevestigd zijn [2]. De 2de nieuwe lijst omvat alle juridische constructies van de 2de categorie die niet in een lidstaat van de EER gevestigd zijn. Ten aanzien van de rechtspersonen die op deze lijst staan, geldt het vermoeden dat ze laag belast zijn. Echter, enkel zij kunnen dit vermoeden weerleggen door te bewijzen dat ze wel voldoen aan de 15 %-norm.
Nieuwe uitsluiting. De programmawet voorziet in een aantal nieuwe uitsluitingen. Het is nu mogelijk voor juridische constructies van het ‘trust-achtige type’ en constructies van de 2de categorie om aan te tonen dat zij een daadwerkelijke activiteit uitoefenen (zelfs indien zij niet tegen het minimumtarief van 15 % worden belast). Zij moeten derhalve niet gemeld of transparant belast worden.
Opgelet. De “oude niet-EER-lijst” werd verondersteld limitatief te zijn. Nu bepaalt de Programmawet uitdrukkelijk dat de nieuwe niet-EER-lijst “op niet beperkende wijze” wordt vastgesteld. Acht u dus niet veilig “zonder meer”: ondanks dat een niet in de EER gevestigde laag belaste rechtspersoon niet op de lijst voorkomt, kan hij toch aan de meldingsplicht en de transparante taxatie onderworpen worden voor inkomsten van het lopende kalenderjaar!
Geviseerde belastingplichtigen. De inkomsten zijn in hoofde van de oprichter of 3de begunstigde belastbaar. De 3de begunstigde is een nieuw ingevoerd figuur in het Kaaiman-verhaal, hij is elke natuurlijke- of rechtspersoon die enig voordeel verkrijgt van de juridische constructie. Opgelet: het toepassingsgebied hiervan is zeer ruim, enig voordeel is voldoende. Een voordeel ontstaat bijvoorbeeld reeds wanneer men een onroerend goed ter zijne beschikking krijgt.
Tarief. De inventie van de fiscale transparantie doelt op alle inkomsten die door de juridische constructie werden verkregen. Zij zullen belast worden volgens de aard die zij zouden gehad hebben indien de stichter ze rechtstreeks had verkregen: als onroerende inkomsten, inkomsten uit kapitaal en roerende goederen, beroepsinkomsten alsook diverse inkomsten.
Tip! Voor u, als natuurlijk persoon woonachtig in België, is het voor de toekomst met andere woorden interessant dat uw juridische structuur investeert in activa die geen belastbaar inkomen vormt in hoofde van uzelf. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de structuur participaties heeft in bedrijven die geen dividenden uitkeren.
Conclusie. De wettelijke vaststelling van de kaaimantaks genereert enerzijds extra belasting maar anderzijds brengt deze ook duidelijkheid. Zo worden de discussies omtrent het al dan niet onderworpen zijn van vermogens aan de belasting gereduceerd. Indien elke natuurlijke en rechtspersoon vanaf nu handelt met deze regels in het achterhoofd, zou het interessant zijn voor de rechtszekerheid dat de verdedigers van de wet met continuïteit terugvallen op de kaaimanbepalingen indien er sprake is van ‘belastingparadijzen’.
Bronnen:
[1] Programmawet 10 augustus 2015 (BS 18 augustus 2015). KB’s 23 augustus 2015 (BS 28 augustus 2015).
[2] De Liechtensteinse Stiftung, de Lichtensteinse Anstalt en de Luxemburgse Société de gestion de Patrimoine Familial.