Gedaan met de btw-voorschotten
- On 05/10/2016
Gedaan met de administratieve rompslomp van btw-voorschotten. Vanaf 2017 wordt het aantal te betalen voorschotten gereduceerd van acht naar één voor de kwartaalaangevers! U betaalt voortaan enkel nog het effectief verschuldigde btw-bedrag op het einde van elk kwartaal.
Btw-aangifte. Elke btw-plichtige (rechts)persoon met recht op aftrek moet per maand of kwartaal een btw-aangifte indienen. De periodieke btw-aangifte heeft als doel de administratie op de hoogte te brengen van het verschil tussen uw verschuldigde en uw aftrekbare btw.
Afhankelijk van het jaarlijkse omzetcijfer van uw onderneming moet de btw-aangifte maandelijks of per kwartaal gebeuren [1]. Indien het jaarlijks omzetcijfer van uw onderneming hoger is dan € 2 500 000 (excl. btw) moet er maandelijks een btw-aangifte worden ingediend [2]. Indien het jaarlijks omzetcijfer van uw onderneming daarentegen hoogstens € 2 500 000 (excl. btw) bedraagt, kan u van de regeling van btw-kwartaalaangiften genieten. Deze regeling is echter niet verplicht. U kan dus te allen tijde kiezen om maandelijks een aangifte in te dienen.
Btw-voorschot maandaangever. Wanneer uit de maandelijkse btw-aangifte blijkt dat uw onderneming btw verschuldigd is aan de overheid, dient u ten laatste de 20ste van de maand volgend op de maand waarop de aangifte betrekking heeft het saldo te betalen.
Een onderneming-maandaangever dient enkel een btw-voorschot te betalen voor de periode van 1 tot 20 december van het lopende jaar [3]. Dit voorschot dient ten laatste 24 december betaald te worden.
Bedrag btw-voorschot. Het bedrag van het voorschot kan forfaitair worden vastgelegd op basis van de belasting die verschuldigd was voor de handelingen van de maand november van dat jaar.
Btw-voorschotten kwartaalaangever. Elke kwartaalaangifte moet worden ingediend ten laatste de 20ste van de maand die volgt op het kalenderkwartaal waarop deze betrekking heeft. Het btw-saldo moet ook binnen deze zelfde termijn worden gestort.
Tevens dient een onderneming die ervoor kiest om kwartaalaangiften in te dienen, uiterlijk de 20ste van de tweede en derde maand van ieder kalenderkwartaal een voorschot te voldoen op de belasting waarvan de opeisbaarheid uit de aangifte zal blijken.
De onderneming moet voorschotten voldoen:
- voor het 1ste kwartaal van het jaar: uiterlijk op 20 februari en 20 maart;
- voor het 2de kwartaal van het jaar: uiterlijk op 20 mei en 20 juni;
- voor het 3de kwartaal van het jaar: uiterlijk op 20 augustus en 20 september;
- voor het 4de kwartaal van het jaar: uiterlijk op 20 november en 20 december.
Bedrag btw-voorschot. Het bedrag van elk van de twee voorschotten die tijdens een kwartaal moeten worden betaald, is gelijk aan 1/3de van het bedrag van de belasting van de aangifte met betrekking tot de handelingen van het vorige kwartaal. De onderneming mag het bedrag van het te betalen voorschot aftrekken van het saldo dat op de dag van de betaling in haar voordeel bestaat op de btw-rekening-courant.
Tip. Een onderneming moet geen voorschot betalen wanneer de aangifte van het voorgaande kwartaal een belastingkrediet vertoont of wanneer er geen bedrag aan de Staat verschuldigd is.
Voorbeeld. Uit de btw-aangifte van het eerste kwartaal van een onderneming blijkt dat € 3 000 verschuldigd is. Op 20 april dient dit bedrag ten laatste betaald te worden. Als btw-voorschot op het tweede kwartaal dient telkens 1/3de van dit verschuldigd bedrag betaald te worden, zijnde € 1 000 op 20 mei en € 1 000 op 20 juni. Op 20 juli volgt dan de definitieve btw-afrekening over het tweede kwartaal.
Let op! Indien een btw-voorschot niet tijdig wordt betaald dan rekent de administratie interesten aan 0,8 % per maand aan.
Veranderingen op til. Een parlementaire vraag aan de minister van Financiën heeft het één en ander op til gebracht[4]. Een ontwerp van Koninklijk Besluit dat strekt tot een efficiënte administratieve vereenvoudiging van de btw-regelgeving staat bovenaan op de agenda bij de administratie.
“Bye bye” btw-voorschotten. Vanaf 2017 zouden de verplichte btw-voorschotten voor kwartaalaangevers afgeschaft worden. De betrokken belastingplichtigen moeten bijgevolg in de loop van een kwartaal geen voorschotten meer voldoen maar enkel nog de effectief verschuldigde btw betalen op het einde van elk kwartaal.
Let op! Uw administratieve verplichtingen als kwartaalaangever zullen drastisch dalen. Als keerzijde van de medaille dient u er wel rekening mee te houden dat u het belastingbedrag in één keer moet ophoesten.
Uitzondering. Evident dat alle belastingplichtigen die periodieke btw-aangiften indienen op een billijke wijze behandeld dienen te worden. Daarom zal de belastingplichtige die btw-kwartaalaangiften indient uiterlijk op 24 december van elk kalenderjaar gehouden zijn om een voorschot te betalen op de belasting die verschuldigd is over zijn handelingen van het vierde kwartaal van hetzelfde jaar. Een dergelijke verplichting om een voorschot te storten tegen het einde van het jaar bestaat immers reeds voor de belastingplichtige die maandaangiften indient.
Bronnen:
[1] Beslissing Btw, nr. E.T.125.313 van 28 januari 2014.
[2] Uitzonderlijk moeten er ook maandelijks btw-aangiften worden ingediend als het omzetcijfer van een bepaalde onderneming meer dan € 250 000 bedraagt. Dit bedrag geldt voor het geheel van de leveringen van:
- energieproducten;
- toestellen voor mobiele telefonie, computers en hun randapparatuur, toebehoren en onderdelen;
- landvoertuigen met een motor die onderworpen zijn aan de reglementering betreffende de inschrijving.
Als laatste dient er maandelijks een btw-aangifte te gebeuren wanneer er reeds maandelijkse btw-opgaven moeten ingediend worden van de intracommunautaire handelingen. Dit wil zeggen dat het kwartaalbedrag van de leveringen van die intracommunautaire goederen hoger is dan € 50 000 in het kwartaal in kwestie of in één van de vorige vier kwartalen.
[3] Art. 19 §1 KB nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.
[4] Vraag nr. 926 van de heer volksvertegenwoordiger Luk Van Biesen van 18 april 2016 aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude (http://www.dekamer.be/QRVA/pdf/54/54K0080.pdf).