Inkomsten uit auteursrechten, worden deels beschouwd als roerende inkomsten die belast worden aan 15%. De wetgever bepaald de minimumgrens, tot waar de inkomsten geacht worden roerend te zijn. Deze minimumgrens hangt af van de hoogte van de auteursrechten en wordt jaarlijks geïndexeerd. Voor aanslagjaar 2014 bedraagt deze minimumgrens € 56 450. Overschrijdt u deze grens? Dan wordt dat deel van het inkomen belast als divers of beroepsinkomen. Het beroepsmatige karakter wordt beoordeeld op basis van de feiten.

De auteur mag zijn werkelijke kosten bewijzen, maar heeft recht op een forfaitaire kostenaftrek die voor aanslagjaar 2014 het volgende bedraagt: