Kerkstraat 106 9050 Gentbrugge
info@refibo.be
+32 9 223 31 54
ma-vr: 9:00-13:00, 13:30-17:00

Opnieuw investeringsaftrek voor kleine vennootschappen

Opnieuw investeringsaftrek voor kleine vennootschappen

  • On 02/06/2014

Sinds aanslagjaar 2007 was er omwille van de invoering van de notionele interestaftrek geen gewone eenmalige investeringsaftrek meer mogelijk. Maar sinds 1 januari 2014 kunnen kleine vennootschappen opnieuw de gewone eenmalige investeringsaftrek toepassen. Voorlopig voor 2 jaar (jaren 2014 en 2015), maar dit kan nog verlengd worden. Is dit ook voor u interessant?

Kleine vennootschappen. Om deze investeringsaftrek te mogen toepassen moet uw vennootschap een kleine vennootschap conform artikel 15 van het wetboek van vennootschappen zijn tijdens het boekjaar van de investering. Dit betekent dat uw vennootschap tijdens de twee jaren voorafgaand aan het investeringsjaar maximaal 1 van de volgende grenzen mag overschrijden: maximale omzet van € 7 300 000, maximaal balanstotaal van € 3 650 000 en maximaal 50 werknemers. Het aantal werknemers mag ook nooit de grens van 100 overschrijden.

Gewone eenmalige investeringsaftrek. Dit is een fictief bedrag dat u fiscaal kan aftrekken via uw aangifte in de vennootschapsbelasting. Indien de kleine vennootschap investeringen doet in afschrijfbare (min. over 3 jaar) nieuwe materiële of immateriële vaste activa die rechtstreeks verband houden met de “bestaande of geplande economische werkzaamheid die door de vennootschap werkelijk wordt uitgeoefend”, dan kan zij genieten van de gewone eenmalige investeringsaftrek. Als u bijvoorbeeld met uw bvba investeert in een nieuwbouwappartement aan zee, dan kan hiervoor geen investeringsaftrek toegepast worden als u de investering niet effectief beroepsmatig gebruikt. De investeringsaftrek bedraagt 4% van de aanschaffingswaarde van de investeringen en wordt in het jaar van de investering in één keer toegepast.

Let op! Voor onder meer gronden, reeds bestaande gebouwen, investeringen in auto’s, tweedehandsinvesteringen en investeringen die u deels privé gebruikt kan er geen aftrek worden toegepast.

Voorbeeld. Uw vennootschap koopt in 2014 een machine aan voor € 100 000. Dit betekent dat u kan genieten van een investeringsaftrek van € 4 000. Deze aftrek resulteert in een belastingsbesparing van € 1 360 indien u onderworpen bent aan het gewone tarief in de vennootschapsbelasting en indien u daarenboven een voldoende belastbare basis heeft om de investeringsaftrek in aftrek te brengen.

Overdracht. Als uw vennootschap niet voldoende winstgevend is om de volledige investeringsaftrek toe te passen, kan u het saldo overdragen naar het volgende boekjaar. Het saldo is slechts één jaar overdraagbaar.

Tijdelijk. De aftrek is enkel toepasbaar voor investeringen verkregen of tot stand gebracht in de kalenderjaren 2014 en 2015. Het gaat dus om een tijdelijke maatregel, die wel nog verlengd kan worden.

Keuze. Er dient een keuze gemaakt te worden tussen het toepassen van de investeringsaftrek en het toepassen van de notionele interestaftrek. Als u kiest voor de investeringsaftrek kan u namelijk voor datzelfde jaar niet meer genieten van de notionele interestaftrek. Deze investeringsaftrek kan wel gecombineerd worden met de aftrek van nog bestaande stock aan niet gebruikte notionele intrestaftrek van vorige jaren, zoals deze nog verder kan gebruikt worden in kader van de bestaande overgangsmaatregel. De keuze die u maakt is geldig voor 1 jaar. Dit betekent dat de kleine vennootschappen voor 2014 kunnen kiezen voor de gewone eenmalige investeringsaftrek en het jaar erna voor de notionele interestaftrek.

Formaliteiten. Om de hierboven besproken investeringsaftrek te kunnen genieten, moet de vennootschap bij haar aangifte in de vennootschapsbelasting van het boekjaar waarin de vaste activa zijn aangeschaft of tot stand gebracht het formulier nr. 275U ingevuld, gedateerd en ondertekend voegen. De aftrek gebeurt extra- comptabel via de aangifte in de vennootschapsbelasting en wordt dus niet in de boekhouding of jaarrekening tot uiting gebracht.

Optimalisatie. U dient dus, afhankelijk van uw concrete situatie, een keuze te maken die u het grootste fiscaal voordeel oplevert. Als u uw investeringen zoveel mogelijk in één jaar groepeert dan kan uw fiscaal voordeel gemaximaliseerd worden. In dat investeringsjaar opteert u dan voor de investeringsaftrek waarna u voor de latere jaren opnieuw kan kiezen voor de notionele interestaftrek. Daarnaast dient u ook rekening te houden met uw eigen vermogen omdat hierop de notionele interestaftrek wordt berekend. Hoe groter dit vermogen, hoe hoger de notionele interestaftrek. Als u dus een beperkt eigen vermogen hebt dan zal de notionele interestaftrek eerder laag zijn waardoor het interessanter kan zijn om voor de investeringsaftrek te kiezen.