Sinds 2007 kunnen zelfstandigen hun hoofdverblijfplaats beschermen tegen beslag. De wet had dit echter enkel voorbehouden voor zelfstandigen die hun activiteit niet via een vennootschap uitoefenden. Daar is nu verandering in gekomen. Sinds eind mei 2009 geldt deze mogelijkheid tot bescherming van de hoofdverblijfplaats immers ook voor vennootschapsmandatarissen, in zoverre zij dit mandaat hoofdberoep uitoefenen.

De hoofdverblijfplaats die kan worden beschermd is de verblijfplaats waar de zelfstandige het grootste deel van het jaar effectief verblijft. De bescherming geldt wel enkel voor contractuele schulden tegenover leveranciers, schulden bij kredietinstellingen en sociale en fiscale schulden (RSZ, BV, BTW) die uitsluitend op de zelfstandige beroepswerkzaamheid betrekking hebben. Om de bescherming te kunnen genieten moet u verklaring bij de notaris invullen.

Ook kan een zelfstandige geen rechtsgeldige overeenkomst afsluiten dat hij geen verklaring van niet-beslagbaarheid zou afleggen. Wordt er wel zo een overeenkomst afgesloten, dan is deze nietig.

Bron: Artikels 118 tot en met 120 van de Wet van 6 mei 2009 houdende diverse bepalingen