Kerkstraat 106 9050 Gentbrugge
info@refibo.be
+32 9 223 31 54
ma-vr: 9:00-13:00, 13:30-17:00

30 dagen, of anders…

30 dagen, of anders…

  • On 14/01/2013

Als handelaar is het niet ondenkbaar dat men te maken krijgt met klanten die niet of niet op tijd betalen. En wanneer er geen geld binnenkomt, komen deze ondernemingen zelf in de problemen natuurlijk. Het is dan maar goed ook dat de wet hier regels omtrent heeft ingevoerd die de schuldeiser bijstaan. Die regels zullen in principe wijzigen ten laatste op 16 maart 2013. Wij zetten deze wijzigen voor u uiteen.

Wat is de praktijk vandaag? Het is gebruikelijk tussen ondernemingen onderling of tussen een onderneming en een overheidsinstelling dat de betaling van de geleverde dienst of de goederen op een later tijdstip plaatsvindt dan de levering of de prestatie zelf. Er is dan een betalingstermijn afgesproken die in de factuur wordt vermeld of die wettelijk is vastgesteld.

Toch is het geen zeldzaamheid dat ondanks de contractueel overeengekomen termijn de facturen ruim na het verstrijken ervan worden voldaan. Dit kan de onderneming van de schuldeiser in financiële problemen brengen. Hij zal immers door een gebrek aan geldmiddelen zijn eigen verplichtingen moeilijker kunnen nakomen en dit leidt niet zelden tot een faillissement.

Europa heeft een oplossing klaar. België heeft momenteel een wet die de betalingstermijn tussen ondernemingen vastlegt op 30 dagen. Maar grotere bedrijven bedingen vaak een langere termijn van bijvoorbeeld 120 dagen. Een Europese richtlijn (2011/7/EU) wil hieraan verhelpen. Ten laatste op 16 maart 2013 zal deze richtlijn omgezet moeten worden in de Belgische wetgeving.

Nieuwe betalingstermijn. De volgende bepalingen zullen enkel van toepassing zijn tussen ondernemingen onderling en tussen ondernemingen en overheidsinstellingen. Het wetsvoorstel ter omzetting van de EU-richtlijn voorziet een betalingstermijn tussen bedrijven van 30 dagen als de standaard. Enkel indien de partijen hier uitdrukkelijk anders overeenkomen, kan deze termijn nog verlengd worden tot maximaal 60 dagen na levering of na factuurdatum. Maar niet langer!

Aangezien overheidsinstellingen minder afhankelijk zijn van het onderhouden van commerciële relaties dan ondernemingen, zijn voor deze instellingen strengere voorwaarden voorzien. Lange betalingstermijnen en betalingsachterstanden leiden immers tot onverantwoorde kosten voor de contracterende ondernemingen en moeten dus vermeden worden. Voor overheidsinstellingen is er een absolute limiet van 30 dagen voorzien en deze termijn mag nooit overschreden worden (uitzondering voor gezondheidszorg).

Nieuwe sancties. Naast de strengere betalingstermijnen, worden ook de sancties gewijzigd. Overschrijdt de schuldenaar toch de vervaldag? Dan mag de schuldeiser van rechtswege en zonder ingebrekestelling een interest aanrekenen die 8% hoger ligt dan de referentierentevoet, afgerond naar de hogere halve procentpunt. De Minister van Financiën zal de aldus bepaalde interestvoet via een bericht in het Belgisch Staatsblad meedelen. Daarnaast heeft de schuldeiser ook recht op een vast bedrag van € 40 voor dekking van de administratiekosten die de late betaling met zich meebrengen. Is dit niet wat weinig? Om de overige invorderingskosten te dekken die deze € 40 te boven gaan, kan de schuldeiser ook nog aanspraak maken op een variabel bedrag.

Wat met lopende contracten? Het is nu de vraag wat er met de lopende contracten moet gebeuren. Worden deze automatisch aangepast? Moeten ondernemingen met hun leveranciers rond de tafel gaan zitten, wanneer de wet van toepassing wordt?