De ‘rijkentaks’ is vaak het onderwerp van discussie geweest in 2012. Het maakte onze fiscaliteit er ook niet eenvoudiger op en vandaar dat voor 2013 is gekozen voor een uniform tarief van 25% op alle roerende inkomsten. Het vereenvoudigt wel het één en ander voor 2013, maar wat met de inkomsten van 2012?

1 januari 2013. In een eerder nieuwsje zetten we de ‘rijkentaks’ al voor u uiteen en het was misschien ook u opgevallen dat het er allemaal niet gemakkelijker op werd. Wel, vanaf 1 januari 2013 werd dit alles van tafel geveegd en is er gekozen voor een uniform tarief van 25% roerende voorheffing. Alhoewel, er zijn nog uitzonderingen:

• Liquidatiebonus bij vereffening van een vennootschap aan 10% RV. Vanaf 1 oktober 2014 zal deze echter eveneens aan 25% worden belast.
• Interesten van spaarboekjes die vrijgesteld zijn tot een bedrag van € 1880 euro (in 2013). De interesten boven dit bedrag worden nog steeds belast aan 15% RV
• Interesten van de Leterme-staatsbon aan 15% RV
• Dividenden van residentiële vastgoedbevaks worden vanaf 2013 belast aan 15% RV

Slaan en zalven. De roerende voorheffing is wel terug bevrijdend gemaakt. U hoeft dus uw roerende inkomsten niet meer aan te geven in de belastingaangifte. Het Centraal Aanspreekpunt waar alle roerende inkomsten aan gemeld moesten worden, wordt dus al afgeschaft nog voor het is opgericht.

En de inkomsten van 2012? Inderdaad, voor 2013 is alles eenvoudiger gemaakt, maar voor uw roerende inkomsten van 2012 blijft alles zoals het was. Wat moet er gebeuren voor deze roerende inkomsten?

• Bijkomende heffing van 4% aan de bron op alle inkomsten laten inhouden? Dan hoeft u niets meer te ondernemen. Wanneer de roerende inkomsten meer bedroegen dan € 20.020, dient u in de aangifte van de personenbelasting te verklaren dat u geen inkomsten heeft gehad waarop geen bijkomende heffing van 4% is toegepast.
• Bedroegen de roerende inkomsten minder dan € 20.020 en is er slechts 21% RV ingehouden? Dan hoeft u enkel in de aangifte van de personenbelasting te verklaren dat u de grens van € 20.020 roerende inkomsten niet te boven ging.
• Bedroegen de roerende inkomsten méér dan € 20.020 en is er geen 4% onmiddellijk aan de bron ingehouden? Dan moeten de roerende inkomsten wél nog worden aangegeven in de aangifte van de personenbelasting van aanslagjaar 2013.

Aandelenstrips worden waardeloos. Wie belegt in Belgische aandelen en VVPR-strips heeft voor deze aandelen, heeft sinds 1 januari 2013 de waarde van deze strips in rook zien opgaan. Nu er een uniform tarief van 25% RV op interesten en dividenden geldt, hebben dergelijke strips hun functie immers verloren. Met zo een strip kon de eigenaar genieten van 21% RV op het dividend van het bijhorende aandeel i.p.v. 25%.

TIP! Alhoewel deze strips nu dus helemaal geen waarde meer hebben, raden wij u aan deze toch niet direct te laten schrappen van uw effectenrekening. Het is niet omdat strips door deze wet nu geen belastingvoordeel meer opleveren, dat dit in de toekomst niet nog kan veranderen. Strips op een effectenrekening aanhouden, kosten immers niets.