De centrale rol van de factuur inzake btw: commerciële vooruitgang vanaf 2016
- On 03/12/2015
Vanaf de jaarwisseling valt een groot deel van uw administratieve last weg! De huidige complexe regels inzake de opeisbaarheid van de btw zorgden reeds voor veel ophef. De uitreiking van de factuur speelt daarom vanaf 2016 (officieel) opnieuw de centrale rol voor de bepaling van de opeisbaarheid van de belasting.
Algemeen. De regels inzake opeisbaarheid bepalen wanneer de btw op een handeling ‘verschuldigd’ wordt. In de praktijk wil dit zeggen dat de verrichting moet worden opgenomen in de btw-aangifte die slaat op de maand of het kwartaal waarin de btw op die handeling opeisbaar is geworden.
Huidige regel: factuurdatum is niet bepalend voor opeisbaarheid btw
Sinds 2013 wordt de opeisbaarheid van de btw bepaald door de datum van de levering van goederen of de voltooiing van een dienst.
Deze regel werd ingevoerd door de wet van 17 december 2012 en was vanaf haar invoering reeds onderhevig aan bezwaar. Een groot aantal ondernemingen klaagt over de complexiteit en de hoge aanpassingskosten die de huidige regeling met zich meebrengt.
Door de hoge graad aan kritiek is tot op de dag van vandaag nog steeds een overgangsregeling van toepassing waardoor de wijzigingen eigenlijk nooit effectief zijn toegepast.
Om tot een definitieve oplossing te komen, werd in de Kamer het wetsontwerp van 11 september 2015 besproken dat de opeisbaarheidsregels van vóór 2013 inzake btw herstelt én verbetert.
Een voorbeeld van de huidige btw-regeling
Wanneer u goederen op 16 september 2015 levert en deze factureert op 6 oktober 2015 moet de btw op die factuur in de aangifte van het derde kwartaal of van september 2015 opgenomen worden.
Vanaf 2016: factuurdatum bepaalt opeisbaarheid btw
B2B context. Vanaf 2016 wordt de factuurdatum tussen ondernemingen onderling opnieuw bepalend op het moment dat de btw moet worden doorgestort aan de Schatkist. Dit geldt zowel voor de voorschotfacturen als voor alle andere facturen. Belangrijk hierbij is dat u steeds tijdig factureert. Concreet dient u uiterlijk de 15de dag van de maand die volgt op de levering of de dienst te factureren.
Wanneer iemand nalaat tijdig een factuur uit te reiken dan geldt de 15de dag van de maand die volgt op de levering of de dienst als ultieme datum van opeisbaarheid.
B2C context. In de relatie tussen ondernemingen en particulieren blijft de btw opeisbaar op het ogenblik van ontvangst van de betaalsom, ongeacht het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt. De partijen zijn wel in de mogelijkheid om de regels die gelden tussen ondernemingen onderling toe te passen zodat de btw vroeger voldaan kan worden.
B2G context. Wanneer verrichtingen plaatsvinden tussen ondernemingen en overheidsinstellingen moest de onderneming de btw doorstorten op het moment van de levering of de dienstenprestatie aan de overheidsinstelling, ongeacht of deze betaald werd of niet. Met ingang van 1 januari 2016 kan de btw later worden doorgestort, met name op het moment dat de overheidsinstelling effectief betaalt. Bijgevolg moet de btw dus niet langer door de ondernemingen voorgefinancierd worden.
Een voorbeeld van de nieuwe btw-regeling
Uw onderneming levert diensten op 21 februari 2016 en maakt op 26 februari 2016 de factuur op. Deze factuur moet in de btw-aangifte van de maand februari opgenomen worden.
Echter, de onderneming heeft tijd tot 15 maart 2016 om de factuur uit te reiken. Stel dat de onderneming de factuur effectief later uitreikt, bijvoorbeeld op 6 maart 2016, dan dient dit pas opgenomen te worden in de btw-aangifte van maart 2016.
Conclusie. Dankzij de opmerkzaamheid van het Kabinet van Financiën en haar besef dat de huidige btw-regeling niet verzoenbaar is met de commerciële praktijk wordt de factuur, als essentieel commercieel instrument in het handelsverkeer, opnieuw de kapstok voor de opeisbaarheid van de btw.