Herkwalificatie als dividenden van interesten uit een rekening-courant is niet altijd mogelijk!
- On 22/10/2009
Als u als aandeelhouder of als bestuurder een geldlening doet aan uw vennootschap en daarop interesten ontvangt, dan kunnen deze interesten onder bepaalde voorwaarden worden geherkwalificeerd als dividenden. Dit is ook het geval als de geldlening wordt verleend door de echtgeno(o)t(e) of een kind van een aandeelhouder of bestuurder van de betrokken vennootschap.
Waarom nadelig? Zo’n herkwalificatie is fiscaal nadelig aangezien dividenden niet aftrekbaar zijn voor de vennootschap. Interesten zijn dit wel. En wanneer u door de herkwalificatie de grens van 13% (aan dividenden) van het gestorte kapitaal van de vennootschap overschrijdt, wordt deze uitgesloten van het verlaagd tarief inzake de vennootschapsbelasting.
Wanneer herkwalificatie? Het moet gaan om een “geldlening” aan de vennootschap. Deze herkwalificatie vindt plaats wanneer:
- ofwel de interest de marktrente overschrijdt
- ofwel het totale bedrag van alle rentegevende voorschotten
- enerzijds de reserves bij het begin van het belastbaar tijdperk
- en anderzijds het gestorte kapitaal bij het einde van het belastbaar tijdperk
- overschrijdt.
Rekening-Courant. Ontvangt u deze interesten niet op een effectieve geldlening, maar wel op een inschrijving in rekening-courant, dan heeft de fiscus steeds beweerd dat ook die interesten kunnen worden geherkwalificeerd. Het Hof van Cassatie heeft evenwel in haar arrest van 4 september 2009 geoordeeld dat een inschrijving in rekening courant niet noodzakelijk een geldlening uitmaakt. Gaat het bijvoorbeeld om een quasi-inbreng, waarbij de bestuurder of de aandeelhouder een goed heeft verkocht aan de vennootschap en de vordering die hij hierdoor op de vennootschap heeft ingeschreven heeft in zijn rekening-courant, dan is er immers geen sprake van een geldlening. In een dergelijk geval kunnen de interesten volgens het Hof van Cassatie dan ook niet worden geherkwalificeerd in dividenden.
Volgens eerdere rechtspraak dient er aandachtig te worden omgesprongen met een uitstel van betaling. Het is immers reeds voorgevallen dat een dergelijk tegoed wordt beschouwd als een verdoken geldlening. Feitelijke omstandigheden spelen bijgevolg een rol in het oordeel van de rechter. Die zal de werkelijke bedoeling van de partijen trachten te achterhalen.
Waarop moet u letten? Om uw uitstel van betaling niet als een verdoken geldlening aan te laten merken, zijn er een aantal zaken waar u op kan letten:
- Hoe geboekt? Boekt u het tegoed als een schuld op meer da één jaar, in plaats van op uw rekening-courant, dan kan dit gezien worden als een lening.
- Let op uw woorden! Spreek in uw overeenkomst of in de boekhouding ook niet over een “interest lening” of de “terugbetaling van een schuld”.
- Termijn van betalingsuitstel. Het is raadzaam geen betalingstermijn af te spreken. Dit zou kunnen bewijzen dat het uw bedoeling was het tegoed langdurig ter beschikking te stellen van de vennootschap en dus eigenlijk een lening uitmaakt.
Bron: Tips&Advies (21 december 2012), “Herkwalificatie van interesten op uw rekening-courant, een stand van zaken…”, Felix Vanden Heede