Kerkstraat 106 9050 Gentbrugge
info@refibo.be
+32 9 223 31 54
ma-vr: 9:00-13:00, 13:30-17:00

Is meewerkende echtgen(o)t(e) of helper de logische volgende stap?

Is meewerkende echtgen(o)t(e) of helper de logische volgende stap?

  • On 05/04/2017

Uw partner heeft een bloeiende handelszaak en krijgt het steeds drukker. Kan u “zomaar” een handje helpen? Zet u de stap om volledig mee te werken in de zaak? Onder welk zelfstandig statuut kunnen andere personen, al dan niet familieleden, helpen?

Sociaal statuut. De relatie met de zelfstandige die geholpen wordt, is bepalend om het (sociaal) statuut van de “assistent-zelfstandige” te kunnen bepalen.

Als getrouwde of wettelijk samenwonende man of vrouw van de zelfstandige, wordt het statuut van meewerkende echtgeno(o)t(e) vermoed.

Andere personen, niet noodzakelijk familieleden, kunnen de zelfstandige bijstaan of vervangen onder het sociaal statuut van zelfstandig helper [1].

Let op! Geen van de “helpende handen” mogen in dit geval tevens verbonden zijn met de zelfstandige door een arbeidsovereenkomst.

Tip! Het statuut van de helpende handen is van toepassing ongeacht het statuut van de geholpen zelfstandige (hoofd- of bijberoep, etc.).

Meewerkende echtgenotenUiteraard valt u pas onder het statuut van meewerkende echtgeno(o)t(e) [2] als u effectief op regelmatige basis hulp biedt aan uw man/vrouw. Bijkomend geldt dat u geen inkomen mag ontvangen uit een eigen (zelfstandige of niet-zelfstandige) beroepsactiviteit en geen recht mag hebben op een vervangingsinkomen (met de bijhorende sociale zekerheidsvoordelen). 

Sociale verplichtingen. Indien de meewerkende partner cumulatief voldoet aan bovenstaande voorwaarden is hij/zij onderworpen aan het “maxistatuut” [3]. Concreet betekent dit dat de meewerkende partner zich tevens moet aansluiten als zelfstandige bij een sociaal verzekeringsfonds en de bijdrage voor hoofdberoepers moet betalen opdat hij/zij recht zou hebben op sociale voordelen.

Geen meewerkende echtgeno(o)t(e). Er zijn uiteraard ook bepaalde categorieën van echtgenoten/wettelijk samenwonende partners die niet optreden als meewerkende echtgeno(o)t(e) en bijgevolg het vermoeden kunnen weerleggen:

  • De echtgeno(o)t(e) met eigen rechten op een uitkering (via een minstens halftijdse beroepsactiviteit of een uitkering) die minstens gelijkwaardig is aan die via het sociaal statuut der zelfstandigen.
  • De echtgeno(o)t(e) die überhaupt niet helpt.
  • De echtgeno(o)t(e) die slechts toevallig bijspringt [4].
  • De echtgeno(o)t(e) van een zelfstandig bedrijfsleider of bestuurder in een vennootschap.

Deze partners kunnen het vermoeden weerleggen door een verklaring op erewoord af te leggen.

Deze verklaring moet worden ingediend:

  • binnen de 90 dagen na de datum van het begin van de activiteit van de zelfstandige echtgeno(o)t(e); of
  • volgend op de gebeurtenis die aanleiding geeft tot de onderwerping aan het statuut van meewerkende echtgenoot zoals bijvoorbeeld het huwelijk of het einde van het eigen statuut.

Let op! Respecteer deze termijn want een laattijdige verklaring leidt er toe dat de aansluiting niet met terugwerkende kracht kan geschrapt worden [5].

Helpers. Een helper is iemand die een zelfstandige in zijn zaak helpt of vervangt. De helper is vaak, maar niet noodzakelijk, een familielid van de zelfstandige zoals bijvoorbeeld een kind, ouder, broer, zus of feitelijk samenwonende partner. Helpers worden eveneens beschouwd als zelfstandigen en moeten zich bijgevolg aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds.

Het statuut van helper is enkel mogelijk indien u een zelfstandig natuurlijk persoon bijstaat, bij een vennootschap kan dit niet. Desalniettemin kan u wel optreden als helper van een mandataris van een vennootschap.

Let op! “Zelfstandig helper” is geen sociaal statuut op zich, het is slechts een modaliteit. Het is mogelijk om helper te zijn in hoofdberoep, in bijberoep of als zelfstandige in hoofdberoep gelijkgesteld met bijberoep.

Tip! In de praktijk schrijven personen zich in als zelfstandig helper om de geholpene bij te staan om de verplichting inzake het hebben van de basiskennis van het bedrijfsbeheer te voldoen. Zo kan de zelfstandige die niet over de nodige praktijkervaring of diploma’s beschikt toch als zelfstandige starten via de kennis van de zelfstandige helper.

De inkomstenbelasting. De bezoldigingen toegekend aan helpende gezinsleden zijn in hoofde van de zelfstandige geholpene aftrekbaar als beroepsuitgave [6]. De bezoldigingen van de meewerkende echtgenoten komen daarentegen niet in aanmerking als beroepskost voor de zelfstandige [7]. Het “meewerkinkomen” moet echter wel gemeld worden in het kader van een gemeenschappelijke aanslag voor de echtgenoten [8].


Bronnen: 

Boek 8 “Fit aan de start op elke leeftijd” in de reeks van “Meer dan cijfers en letters”.
[1] Art. 6 KB nr. 38.
[2] Art. 7 bis KB nr. 38.
[3] Partners van zelfstandigen die geboren zijn vóór 1956 mogen kiezen of ze al dan niet onder het statuut van de “meewerkende echtgenoten” willen vallen. Indien ze de optie afwijzen, vallen ze onder het oude “ministatuut”. Dit statuut biedt enkel de voordelen die u nog niet geniet als persoon ten laste, met name een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en een moederschapsverzekering. Bovendien worden de bijdragen bij toepassing van het ministatuut berekend op de inkomsten van de geholpen zelfstandige en niet op de eigen inkomsten zoals bij de meewerkende echtgeno(o)t(e).
[4] Als u uw zelfstandige partner niet regelmatig (niet jaarlijks) en minder dan 90 dagen per jaar helpt, dan wordt u beschouwd als toevallige helper en bent u niet onderworpen aan het zelfstandigen statuut.
[5] Let op, een valse verklaring wordt met een administratieve sanctie beboet.
[6] Art. 52, 4° WIB ‘92.
[7] Art. 52 4° en 53, 11° WIB ‘92.
[8] Art. 86-89 WIB ’92.