Kerkstraat 106 9050 Gentbrugge
info@refibo.be
+32 9 223 31 54
ma-vr: 9:00-13:00, 13:30-17:00
Na de verplichte statutenwijziging: uitkeren van ‘kapitaal’?

Na de verplichte statutenwijziging: uitkeren van ‘kapitaal’?

  • On 01/04/2024

Als ondernemer heeft u ongetwijfeld de nodige stappen ondernomen om uw BV in lijn te brengen met de herziene vennootschapswetgeving. Een belangrijk aspect van deze aanpassingen betreft het traditionele begrip van ‘kapitaal’ en hoe dit zich vertaalt naar wat nu bekend staat als ‘beschikbare inbreng’. Maar wat betekent dit precies voor het fiscale statuut van dit deel van uw eigen vermogen en de regels met betrekking tot mogelijke uitkeringen?

Laten we eerst de term ‘beschikbare inbreng’ verkennen. Sinds 1 januari 2020 heeft uw BV vennootschapsrechtelijk gezien geen ‘kapitaal’ meer. Op die datum werd het vroegere kapitaal automatisch omgezet in een zogenaamde ‘onbeschikbare inbreng buiten kapitaal’. Het interessante is echter dat u niet verplicht bent om deze onbeschikbaarheid te handhaven. Bij het aanpassen van de statuten aan de vennootschapswetgeving had u dus de mogelijkheid om deze om te zetten naar ‘beschikbare inbreng buiten kapitaal’.

Wat betekent dit in de praktijk? Wanneer u onbeschikbare inbreng wilt uitkeren, vereist dit een buitengewone algemene vergadering voor de notaris. Echter, met beschikbare inbreng kan een uitkering worden gedaan via een gewone of bijzondere algemene vergadering, zonder de tussenkomst van een notaris. Deze meer soepele, kosten-en tijdseffectieve procedure is de doorslaggevende reden waarom het aan te raden is om de inbreng beschikbaar te maken.

Maar wat zijn de fiscale implicaties hiervan? Over het algemeen blijft het fiscale statuut van het oude kapitaal ongewijzigd, zolang het voldoet aan de definitie van ‘gestort kapitaal’ zoals bepaald door de wet. Met andere woorden, zolang het kapitaal bestaat uit werkelijk gestorte inbrengen in geld of in natura, zonder terugbetalingen of verminderingen, blijft het fiscaal gezien gestort kapitaal. Het beschikbaar maken van de inbreng heeft dus geen invloed op deze fiscale status.

Wat betreft de fiscale regels voor uitkeringen, verandert er ook weinig. Aangezien het fiscale statuut van de inbreng niet verandert, blijven de regels met betrekking tot de uitkering ervan van toepassing. In principe moet een uitkering proportioneel worden toegerekend aan de reserves, maar er zijn uitzonderingen op deze regel. Zo blijft bijvoorbeeld de uitkering van ‘vastgeklikte’ reserves uit 2013 of 2014 volledig vrijgesteld van roerende voorheffing, ook de liquidatiereserves blijven buiten schot.

Kortom, het beschikbaar maken van inbreng heeft voornamelijk vennootschapsrechtelijke voordelen, zoals het vermijden van notariskosten bij toekomstige uitkeringen. Het heeft echter geen invloed op het fiscale statuut van de inbreng of de fiscale regels met betrekking tot uitkeringen.

Heeft u meer vragen over hoe de vennootschapswetgeving de fiscaliteit van uw onderneming beïnvloed? Neem gerust contact op met onze experts voor deskundig advies op maat. Bel ons vandaag nog op het nummer +32 9 223 31 54 of stuur een e-mail naar studiedienst@refibo.be.



Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor ondernemers, ontvang onze maandelijkse REFIBO nieuwsbrief nu in uw mailbox!