Kerkstraat 106 9050 Gentbrugge
info@refibo.be
+32 9 223 31 54
ma-vr: 9:00-13:00, 13:30-17:00

Terugblik op een geslaagd event rond “Competitiviteit en innovatie”

Terugblik op een geslaagd event rond “Competitiviteit en innovatie”

  • On 08/06/2015

REFIBO‘s zaakvoerder, Marc Van den Dorpe, heeft als voorzitter van International Club of Flanders een VIP Event georganiseerd naar aanleiding van de eenmalige komst van de Nobelprijswinnaar Economie 2014 naar Gent. Tijdens dit event zijn vele interessante visies naar voor gekomen met klantgerichte innovatie en digitalisering als sleutelbegrippen. Daarom biedt REFIBO u graag een verslag van die avond aan.

Op 21 mei 2015 is professor Jean Tirole, Nobelprijswinnaar voor Economie 2014, één van de keynote speakers van de internationale Spring Meeting of Young Economists (SMYE) georganiseerd door de Universiteit Gent. Aansluitend op Jean Tirole’s lezing over competitiviteit in het huidige economische stelsel,  heeft de International Club of Flanders een VIP-Event rond “competitiviteit en innovatie” georganiseerd.

Als hoogleraar aan de Toulouse School of Economics heeft Prof. Jean Tirole een jarenlange verbintenis met MIT. Zijn Nobelprijs voor Economie in 2014 en eerder ontvangen eredoctoraten zijn het resultaat van zijn analyse van marktmacht en –regulatie van natuurlijke monopolies. Hij concludeert dat monopolies sociaal ongewenste resultaten creëren, waardoor nieuwere en productievere bedrijven onmogelijk de markt kunnen betreden. In zijn uiteenzetting heeft hij de voorwaarden belicht om tot een transactie tussen twee economische partijen te komen. De levenslange waardecreatie staat hierbij centraal.

Het antwoord op de vraag “Hoe kan men een meerwaarde bieden?” wordt tijdens het aansluitende VIP-Event rond ”competitiviteit en innovatie” gesuggereerd. Klantgerichte innovatie en een gemeenschappelijke digitale markt creëren een extra toegevoegde waarde. De impact van de digitale technologie en het verwijderen van de digitale barrières bevorderen de Europese economie.

Radio 1-persoonlijkheid Ann Lepère introduceert Thomas Van Rompuy, directeur strategic affairs & communication van febelfin, waarna hij zijn inzichten in de huidige trends van het Belgische bankwezen met de ICF-leden deelt.

“Met tal van veranderingen en meer dan 7000 pagina’s aan nieuwe regelgeving kunnen we wel stellen
dat 2013 een scharnierjaar was.”

– Thomas Van Rompuy –

Het belang van de banksector spreekt met zijn jaarlijkse toegevoegde waarde van 14,8% van het Belgisch BBP voor zich. De stabiliteit van deze belangrijke sector heeft een directe impact op de stabiliteit van de nationale economie. Om de herhaling van 2008 te vermijden heeft de overheid meer dan 7000 pagina’s regelgeving toegevoegd. Zo zijn de Bankenwet en nieuwe toezichts- en herstellingsmechanismes gecreëerd. Het resultaat van deze inspanningen kent een piek in 2013, een waar scharnierjaar met voorzichtigheid en resistentie als sleutelbegrippen in de banksector.

De toekomst daagt de banksector uit om een betere reputatie (her)op te bouwen en het vertrouwen van de bevolking terug te winnen. Tegelijkertijd staat de financiële sector onder druk door het risico van deflatie en de extreem lage rente. De digitalisering en de Bankenunie spelen hier een belangrijke hefboom in. Kiezen de banken voor big data of voor vertrouwen en privacy van hun cliënten?

Ingrid Walry, CEO van SEBECO, biedt een mogelijke nieuwe oplossing aan om de huidige economische uitdagingen aan te kunnen. Tijdens het VIP Event kondigt Ingrid Walry de oprichting van een unieke multidisciplinaire leerstoel rond “Breakout leadership aan. Willen ondernemingen de huidige en toekomstige economische uitdagingen aangaan, moeten zij competitiever worden en leren denken en handelen als breakout leiders.  Met deze multidisciplinaire leerstoel, geïnspireerd door het systeemdenken van Aristoteles, gaat de academische wereld een huwelijk aan met de ondernemerswereld en gaat zij actief meer informatie uitwisselen en systemen koppelen. Om de tijden succesvol het hoofd te bieden, moeten bedrijven uit hun comfortzone durven treden en actief op zoek gaan naar vernieuwing.

“De huidige perceptie dat alles wat niet expliciet toegelaten is, verboden is, zou moeten veranderen naar
da
t alles wat niet expliciet verboden is, toegelaten is.”

– Alexander De Croo –

Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecom en Post, pikt op beide sprekers in door het geïnstitutionaliseerd wantrouwen dat in België heerst aan te kaarten. Veerkracht is het woord van de toekomst. Agility (resilience) en fouten mogen maken, worden steeds belangrijker. De huidige perceptie dat alles wat niet expliciet toegelaten is, verboden is, zou moeten veranderen naar dat alles wat niet expliciet verboden is, toegelaten is. Zo ook in de ondernemerswereld, waarbij starters zich niet mogen laten beperken tot het opstellen van een tot in de puntjes uitgewerkt idee. Hun beste financiering is omzet. Het verschil zit hem in de klantgerichte uitvoering van het plan.

De nieuwe ondernemers stellen zich niet meer tevreden met de traditionele vormen van leiderschap. Het huidige model van de herder die zijn schapen hoedt, dient te veranderen naar het model van een school vissen. Bij vissen is het voldoende dat slechts één of enkele vissen een richtingsverandering aangaan en de gehele school volgt. Meer samenwerken en gezamenlijke verantwoordelijkheid opnemen, zelfs binnen organisaties, leidt tot meer competitiviteit en innovatie. Hierdoor kan er gemakkelijker gereageerd worden op impulsen van binnen- en van buitenaf.

Hierna bereikt de avond haar hoogtepunt met een uniek panelgesprek bestaande uit 4 topvrouwen uit verschillende sectoren: Colette Dierick, gedelegeerd bestuurder ING België, Professor bedrijfskunde Mirjam Knockaert (UGent), Pascale Van Damme, managing director van Dell BeLux en Nancy Vercammen, algemeen directeur bij ie-net. Stijn Decock, hoofdeconoom van VOKA, modereert. De panelleden belichten verschillende thema’s omtrent “competitiviteit en innovatie” en onderlijnen de nood aan aanpassing. Samenwerking binnen dezelfde organisaties van groepen komt herhaaldelijk als werksleutel naar voor. 

“Dankzij de smartphone is de bank nu zelfs in de slaapkamer toegankelijk.”

– Colette Dierick –

Een bijkomend aandachtspunt is de waardecreatie via een grotere specialisatie. Hierbij biedt technologische innovatie meer kansen aan in de vorm van automatisering. Automatisering maakt immers meer aandacht voor gerichte, thematische dienstverlening mogelijk. De opportuniteiten zijn legio. Alleen al voor de banksector worden talrijke nieuwe diensten aangeboden zoals de mogelijkheid om te bankieren op smartphones, gratis elektronische betalingen, grotere veiligheid, of de co-creatie van oplossingen in digitale samenspraak met cliënten. Ook in de medische sector wordt het dankzij nieuwe technologieën mogelijk om de duurtijd van een diagnose gevoelig terug te dringen en behandelingen op maat te ontwerpen, met kostenbesparingen en geredde levens tot gevolg.

Diverse sectoren spannen zich hiervoor in. Toch hinken de technologische innovaties achterop volgens de panelleden. Europese bedrijven worden de les gespeld door Amerikaanse dataplatformen zoals Google en Facebook omdat de digitale markt in Europa nog verre van één is. De overheid kan hierin een belangrijke rol spelen door een “level playing field” op Europees niveau aan te bieden. De huidige toenadering door middel van overleg en thematische werkgroepen wordt wel als een stap in de goede richting beschouwd.

Ook arbeidsorganisatorische innovatie is belangrijk. Ondernemers dienen hun diversiteitsinitiatieven te ontwikkelen zowel op het niveau van de medewerker of de interne klant, als op het niveau van de externe klant. Ervaring met 50-plussers toont aan dat verschillende generaties van mekaar kunnen leren. Ook de erkenning van de gelijkwaardigheid van diploma’s door overheden kan de mobiliteit en inzetbaarheid van werknemers alleen maar bevorderen. Het panel sluit af met de aanname dat ondernemingen participatief leiderschap moeten omarmen en de interne ondernemingszin of intrapreneurship moeten stimuleren, zoals onder andere de materialisatie en commercialisatie van ideeën afkomstig uit wetenschappelijk onderzoek.

Vice-eersteminister De Croo waardeert deze bijdragen tijdens zijn besluit waarin hij ook een foutenmarge voor zowel de overheid als de ondernemers bepleit. Hij benadrukt hierbij dat individuele innovatie steeds zeldzamer wordt. Samenwerken en het bundelen van krachten is waar we naartoe gaan, groepsinnovatie wordt de norm. Hierbij spelen werknemers ook een zeer belangrijke rol. Alexander De Croo onderlijnt het belang om het gevoel van exploitatie om te zetten naar één van empowerment om zodoende samen naar de digitale markt te werken. Alles is mogelijk, zolang we stapsgewijs participatief samenwerken.