“Mijn rug begint na een halfuur debatteren serieus lastig te doen. ’t Wordt tijd dat we de banken in het parlement eens veranderen,” klaagde Guy Verhofstadt op een regenachtige middag tegen Freya Van den Bossche. “Eureka!” antwoordde deze laatste.

De meeste banale ministeriële conversaties kunnen aanleiding geven tot ingrijpende beslissingen en zelfs cruciale wetswijzigingen. Om de concurrentie tussen de verschillende kredietinstellingen te stimuleren, heeft de regering namelijk een wetsontwerp ingediend dat het afsluiten van een bankrekening kosteloos maakt. De consument moet met andere woorden zo gemakkelijk mogelijk van bank kunnen veranderen.

Het afsluiten is heden ten dage kosteloos[1]: het positieve saldo (inclusief interesten) dat nog op de zicht- of spaarrekening staat moet zonder bijkomende kost aan de consument worden uitbetaald. Ook de reeds betaalde jaarlijkse beheerskosten moet de bank zonder morren terugbetalen volgens het aantal maanden na het afsluiten van de rekening.