3 vernieuwingen op vlak van maaltijdcheques
- On 06/01/2011
De elektronische maaltijdcheque wordt geregeld in het koninklijk besluit van 12 oktober 2010[1]. In dit besluit wordt aangegeven dat wie maaltijdcheques wil uitgeven, dit niet kan doen zonder erkenning. Vier uitgevers (Sodexo, Edenred, Monizze en Scan Id) werden vervolgens erkend in september 2011, maar het was nog wachten tot op voldoende plaatsen waar er betaald kon worden met maaltijdcheques voordat de elektronische maaltijdcheque definitief haar intrede kon doen. Als de uitgever namelijk niet erkend is, dan worden de maaltijdcheques als gewoon loon aanzien waarop socialezekerheidsbijdragen en belastingen verschuldigd zijn. In april 2012 kondigde de Vlaamse overheid vervolgens aan dat ze als eerste grote werkgever zou overschakelen op het gebruik van elektronische maaltijdcheques.
Evenals de gewone maaltijdcheques worden de elektronische maaltijdcheques (E-maaltijdcheques) vrijgesteld van RSZ. Indien aan alle voorwaarden voldaan is, worden ze immers niet beschouwd als loon. Bovenop de reeds bestaande voorwaarden voor de oude, papieren cheques (de toekenning ligt vast in een schriftelijke overeenkomst, ze worden uitgegeven door een erkend uitgever, de keuze voor de cheques is onomkeerbaar,.. ) werd er ook een nieuwe voorwaarden opgenomen in de wetswijziging. Zo stelt de RSZ dat een maaltijdcheque niet mag worden gecumuleerd met een onkostenvergoeding voor dezelfde maaltijd op dezelfde dag. Een (E-)maaltijdcheque mag dus enkel nog gecumuleerd worden met een onkostenvergoeding indien het gaat om verschillende maaltijden.
In september 2011 heeft de administratie een circulaire verspreid die zegt waarmee rekening gehouden moet worden bij het bepalen van het aantal maaltijdcheques[2]. Algemeen geldt dat “het aantal toegekende maaltijdcheques gelijk moet zijn aan het aantal dagen waarop de werknemer normale werkelijke arbeid, meerprestaties zonder inhaalrust, meerprestaties mits in haalrust en andere meerprestaties mits inhaalrust verricht”. Hieruit kan worden afgeleid dat er ook een cheque moet worden toegekend voor iedere deeltijdse dagprestatie. Daarnaast verklaart de administratie dat met “dagen waarop de werknemer normale werkelijke arbeid verricht” verstaan moet worden: “de dagen waarop fysieke aanwezigheid van de werknemer op het werk of ingevolge het werk op een andere plaats vereist is”.
De RSZ voorziet in een niet-exhaustieve lijst met dagen waarvoor geen maaltijdcheque moet worden toegekend, zijnde: feestdagen, inhaalrustdagen, vakantiedagen, dagen gewaarborgd loon bij ziekte, verlof voor bloedgift, recuperatie van overuren en dagen waarop gestaakt wordt.
[1] Koninklijk besluit van 12 oktober 2010 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedure voor uitgevers van maaltijdcheques in een elektronische vorm tot uitvoering van artikelen 183 to 185 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen – rechtzetting (BS 29/03/2011)
[2] Ci. RH. 242/609.135 dd. 02.0.9.2011