Kan de fiscus rechtstreeks informatie vragen aan uw bank?
- On 21/03/2013
Mag de fiscus bij uw bank gaan neuzen om informatie te krijgen teneinde u te belasten? Hoe ver reikt het fiscaal bankgeheim? Wat met uw privacy?
Wat zegt de wet? In artikel 318, WIB 92 staat hierover het volgende te lezen:
“… de administratie [is] niet gemachtigd in de rekeningen, boeken en documenten van de bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen
inlichtingen in te zamelen met het oog op het belasten van hun cliënten.”
Wat zegt de wet nog? Sinds 1 juli 2011 kan de administratie een financiële instelling toch aanspreken om informatie m.b.t. de belastingplichtige bij de bank in te winnen. De grond hiervoor is te vinden in artikel 322, WIB 92 en artikel 333, WIB 92. Hierin staat te lezen dat de administratie het fiscaal bankgeheim kan doorbreken wanneer:
- Zij eerst de informatie heeft gevraagd aan de belastingplichtige zelf, maar zonder resultaat, én
- Zij in het kader van haar onderzoek over 1 of meer aanwijzingen van belastingontduiking beschikt, of
- Zij zich voorneemt een indiciaire taxatie te vestigen. Dit wil zeggen dat de administratie overgaat tot het belasten van een raming van de belastbare grondslag, wanneer zij kan aantonen dat de belastingplichtige rijker is dan wat uit zijn aangegeven inkomsten blijkt.
De administratie heeft de verplichting de belastingplichtige te laten weten wat de aanwijzingen van belastingontduiking of de gegevens op grond waarvan zij zich voorneemt een indiciaire taxatie te vestigen zijn die een vraag om inlichtingen bij een financiële instelling rechtvaardigen. Deze kennisgeving gebeurt bij aangetekende brief en dient te gebeuren op het ogenblik dat de administratie zich effectief tot de bank richt. Er is wel een uitzondering van toepassing als de rechten van de Schatkist in gevaar zijn, wat het geval is wanneer de administratie over aanwijzingen beschikt dat de belastingplichtige zich ‘onvermogend’ wil maken (bvb.: goederen wegschenken of aan lage prijs verkopen). In dat geval dient de kennisgeving slechts nog binnen de 30 dagen na de vraag om inlichtingen te gebeuren.
Schending van de privacy? Niet volgens het Grondwettelijk Hof. In zijn arrest 6/2013 op 14 februari 2013 stelt deze immers dat er geen sprake is van schending van de privacy, vermits de wet een doelstelling van algemeen belang nastreeft. Een correcte belastinginning is immers nodig om het economisch welzijn van het land te verzekeren.