Kerkstraat 106 9050 Gentbrugge
info@refibo.be
+32 9 223 31 54
ma-vr: 9:00-13:00, 13:30-17:00

Voordeel privégebruik

Voordeel privégebruik

  • On 13/01/2012

Tablets worden meestal zowel gebruikt voor beroeps- als voor privédoeleinden en dus rijst de vraag hoe het voordeel van een dergelijke tablet bepaald moet worden. Immers net als bij andere ondernemingsgoederen zal er een voordeel berekend worden wanneer u de onderneming niet vergoedt voor het privégebruik.

Voor de bepaling van het voordeel zou men ervan kunnen uitgaan dat de iPad tot de categorie ‘computers’ behoort. Dit zou betekenen dat het voordeel forfaitair vastgelegd wordt op € 180. Echter een tablet is helemaal geen computer en de fiscus gaat dan ook niet akkoord met het feit dat het voordeel van een tablet op dezelfde wijze zou berekend worden als voor een computer. Daarentegen werd bepaald dat voor een tablet het voordeel gelijk is aan de werkelijke kostprijs, inclusief btw. Uiteraard mag u het voordeel beperken tot dit deel van de kostprijs dat overeenstemt met het privégebruik.

Om bij een controle geargumenteerd de discussie aan te kunnen met de belastingscontroleur inzake het privégebruik, vermijdt u best om privéfoto’s op uw tablet-pc te zetten.

Pc-privé. Ook wat de pc-privé-regeling betreft, moet er een onderscheid gemaakt worden tussen een computer en een tablet. Tablets die in het kader van de pc-privé-regeling aangekocht worden door werknemers kunnen, net als printers, scanners maar ook smartphones, bepaalde gps’en en digitale fototoestellen, enkel beschouwd worden als randapparatuur. Concreet betekent dit dat de tussenkomst door de werkgever in de aankoop van deze toestellen slechts vrijgesteld kan worden wanneer tegelijkertijd een computer aangeschaft wordt. Met ‘tegelijkertijd’ wordt in dit geval bedoelt: in hetzelfde belastbare tijdperk.

Let wel op het feit dat de vrijstelling slechts één keer kan toegekend worden per periode van drie belastbare tijdperken. De tussenkomst in een ‘gezamenlijke’ aankoop van een tablet en een computer zal dus niet vrijgesteld zijn wanneer er reeds in één van de drie voorgaande belastbare periodes een vrijstelling verleend werd.