Kerkstraat 106 9050 Gentbrugge
info@refibo.be
+32 9 223 31 54
ma-vr: 9:00-13:00, 13:30-17:00

Wist u dat alimentatie fiscaal aftrekbaar is?

Wist u dat alimentatie fiscaal aftrekbaar is?

  • On 31/08/2016

Welke onderhoudskosten kunnen gescheiden ouders fiscaal aftrekken? Geldt het fiscaal voordeel omgekeerd ook voor de kinderen die het tehuis van hun ouders betalen? Hoe moeten uw kinderen of ouders de uitkeringen die ze ontvangen, aangeven?

Definitie. Onderhoudsgelden of anders verwoord “alimentatie” zijn sommen die een onderhoudsplichtige geregeld stort aan een verwante of een (ex-)familielid dat minderjarig en/of “behoeftig” is.

Belastingvermindering betaler. Als u cumulatief voldoet aan vier voorwaarden kan 80 % van het toegekend bedrag van uw netto-belastbaar inkomen worden afgetrokken. Het werkelijk betaald bedrag moet worden vermeld in uw aangifte. De fiscus berekent zelf de beperking.

Het bedrag moet in vak VIII van uw belastingaangifte worden ingevuld, meer bepaald bij de code 1390 of 1392. Tevens dienen enkele gegevens van de genieter (naam en adres) in de aangifte opgenomen te worden.

Vier voorwaarden. Opdat u als onderhoudsplichtige van een belastingvoordeel zou kunnen genieten dienen vier voorwaarden vervuld te zijn:

  • Vooreerst moet het geld op basis van een verplichting tot onderhoud worden verstrekt. De verplichting vindt zijn oorsprong in het burgerlijk [1] of het gerechtelijk wetboek. De onderhoudsverplichting kan bestaan tegenover een echtgenoot, ex-echtgenoot, wettelijk samenwonende partner, (klein/schoon/stief/pleeg)kinderen en (groot/schoon/stief/pleeg) ouders. Merk op dat de onderhoudsverplichting niet tussen zijverwanten bestaat (broers, zussen, ooms en tantes).
    Voor uw minderjarige kinderen of studerende meerderjarige kinderen heeft u steeds een onderhoudsplicht. Voor anderen heeft u enkel een onderhoudsplicht als de persoon in kwestie “behoeftig” is. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer uw ouders in een rusthuis verblijven en hun inkomsten onvoldoende zijn om de kosten te dekken. De behoeftigheid wordt door de administratie case per case beoordeeld. Het onderhoud is door alle kinderen verschuldigd in verhouding tot de eigen inkomsten. Wanneer één van de kinderen het vrijwillig op zich zou nemen om het volledige onderhoudsgeld te betalen, mag hij/zij toch slechts enkel het gedeelte in aftrek brengen waar hij/zij wettelijk toe verplicht is.
    De onderhoudsgelden die in ruil voor een bepaald voordeel worden betaald of die een loutere vrijgevigheid uitmaken, zijn niet aftrekbaar. Een voorbeeld van vrijgevigheid dat niet aftrekbaar is, zijn de regelmatige stortingen uitgevoerd door een gescheiden ouder op de spaarrekeningen van zijn/haar kinderen. Een voorbeeld van onderhoudsgelden die in ruil voor een bepaald voordeel worden toegekend, is dat van onderhoudsgelden betaald door de kinderen aan de ouders in navolging van een schenking. Indien ouders hun vermogen bij leven onder hun kinderen verdelen maar daarna nood hebben aan uitkeringen om in hun onderhoud te kunnen voorzien, zijn deze uitkeringen fiscaal niet aftrekbaar. De ouders hadden aanvankelijk wel voldoende inkomsten om geen nood te hebben aan enig onderhoudsgeld. De betalingen door de kinderen worden beschouwd als tegenprestatie voor de schenking.
  • De onderhoudsplichtige en de genieter mogen niet tot eenzelfde “gezin” behoren. Hierbij moet het begrip “gezin” worden geïnterpreteerd als een feitelijke toestand. Het samen “leven” staat centraal. Een tijdelijke onderbreking doet hieraan geen afbreuk. Zo behoort een kot- of Erasmus-student(e) ondanks zijn/haar afwezigheid toch nog tot zijn/haar ouderlijke “gezin”.
  • De betalingen dienen op regelmatige tijdstippen te gebeuren (wekelijks, maandelijks of driemaandelijks). Uiteraard brengt een vertraging in de betaling de aftrekbaarheid niet in het gedrang. Het sporadisch toestoppen van “extraatjes” daarentegen valt niet onder het “regelmatigheidscriterium”.
  • Als laatste dient u aan de hand van bijvoorbeeld bankrekeninguittreksels aan te kunnen tonen aan wie de som werkelijk betaald is.

Gewone en buitengewone kosten. De verplichting tot onderhoud brengt met zich mee dat zowel gewone als buitengewone kosten moeten gedekt worden. “Gewone kosten” dienen geïnterpreteerd te worden als alle gebruikelijke kosten met betrekking tot het dagelijkse onderhoud van een begunstigde. “Buitengewone kosten” zijn uitzonderlijke en noodzakelijke uitgaven die het gebruikelijk budget voor het dagelijkse onderhoud van de begunstigde overschrijden. Het gaat bijvoorbeeld over de aankoop van een auto om de begunstigde naar school te brengen, de inschrijvingskosten voor het hoger onderwijs, de helft van de huurprijs van een kot of het inschrijvingsgeld voor een kamp, etc. Voor de buitengewone kosten geldt de voorwaarde van de “regelmatigheid” dan ook niet.

Belasting(betaling) ontvanger. Onderhoudsgelden kunnen door de onderhoudsplichtige worden afgetrokken. De ontvanger op zijn/haar beurt dient de gelden aan te geven en hier eventueel belastingen op te betalen. De ontvangen uitkeringen zijn namelijk gezamenlijk belastbaar met de andere inkomsten. Ingeval de genieter minderjarig is, zal na aangifte het belastingvrije minimum waarschijnlijk niet overschreden zijn. Indien de minderjarige geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet de ouder een aangifteformulier aanvragen bij de fiscus of online een aangifte indienen via Tax-on-web. De genieter moet het bedrag in zijn/haar aangifte invullen bij de code 1192.

Fiscaal ten laste. Het voordeel om onderhoudsgelden fiscaal in mindering te mogen brengen van uw inkomen kan niet tegelijkertijd genoten worden met het fiscaal voordeel voor een kind ten laste. Het fiscaal voordeel van onderhoudsgelden kan enkel voor personen die geen deel uitmaken van het gezin. Omgekeerd is het fiscaal voordeel dat u ontvangt bij een persoon ten laste enkel van toepassing indien deze persoon deel uitmaakt van uw gezin.

Co-ouderschap. Ouders met kinderen ten laste genieten een verhoogde belastbare som. Gescheiden ouders die voor co-ouderschap kiezen, verdelen deze “verhoging”.

Kosten van omgangsrecht. Naast onderhoudsuitkeringen worden andere uitgaven geklasseerd als kosten van omgangsrecht. Deze kosten zijn, in tegenstelling tot de onderhoudsuitkeringen, niet aftrekbaar. De kosten van bijvoorbeeld het vermaak in het weekend worden aanzien als gewone kosten die elke ouder maakt en zijn bijgevolg niet aftrekbaar.


 

Bron:
[1] Art. 203 en 205 BW.